Nieuw coalitieakkoord: wat zijn de plannen voor de woningmarkt?


Bijna een halfjaar na de Tweede Kamerverkiezingen zijn de PVV, NSC, BBB en VVD tot een coalitieakkoord gekomen onder de naam 'Hoop, lef en trots'. En voor jou is de hamvraag natuurlijk: hoe gaat het nieuwe kabinet de woningcrisis aanpakken?


- 2024-05-16T19:06:19Z
🏷 woningmarkt


Aanpak wooncrisis 'topprioriteit'

Het nieuwe kabinet gaat aan de slag met zijn regeerprogramma op basis van een hoofdlijnenakkoord bestaande uit tien speerpunten. In punt drie komt de aanpak van de wooncrisis aan bod.

'Volkshuisvesting is een grondwettelijke taak van de overheid: het historische woningtekort belemmert de bestaanszekerheid van vooral jongeren ernstig. Het terugdringen hiervan is een topprioriteit', zo valt te lezen in het 26 pagina's tellende coalitieakkoord voor de periode 2024-2028.

'Het realiseren van voldoende woningen staat onder druk door de dubbele vergrijzing, gemiddeld kleinere huishoudens, migratie, krapte op de arbeidsmarkt, stijgende bouw- en grondprijzen, renteontwikkelingen, ingewikkelde en lange bouwprocedures, gebrek aan en inefficiënt gebruik van beschikbare ruimte en fiscale regelingen die averechts werken. Er worden geen extra, nationale duurzaamheidsregels voor bouwen opgelegd.'

Coördinerend minister

Er komt een coördinerend minister, die regie voert op de ruimtelijke ordening en op waar hoeveel woningen komen. Daarbij houdt het kabinet rekening met woningen voor aandachtsgroepen, zoals jongeren, ouderen, kleinere huishoudens en dak- en thuislozen.

Verder is het plan dat er 'zo snel mogelijk' een Woontop komt, waarbij rijksoverheid, pensioenfondsen, woningcorporaties, sociale partners, gemeenten en provincies afdwingbare afspraken maken om woningbouw structureel te verhogen.

100.000 woningen per jaar

De vier coalitiepartijen hebben als politiek doel om er jaarlijks 100.000 woningen bij te bouwen. Er wordt tot en met 2029 per jaar 1 miljard euro geïnvesteerd in woningbouw. Die huizen moeten 'geschikt zijn voor demografische en ruimtelijke ontwikkelingen de komende jaren'. Hiervoor kondigt het nieuwe kabinet diverse maatregelen aan.

Bijvoorbeeld door te stimuleren dat woningbouwcorporaties ook in de (lage) middenhuur een grotere rol kunnen spelen, door in de EU in te zetten op wijziging van de relevante regels. En de bestaande woningvoorraad wordt beter benut door herbestemming van bestaande gebouwen te verruimen en waar wenselijk juridisch te verankeren.

Versnellen

Het bouwen van nieuwe woningen moet veel sneller en daarom willen PVV, NSC, BBB en VVD bouwprocedures versnellen en beroepsmogelijkheden beperken, meer beschikbare en betaalbare bouwgrond creëren, lagere kosten doorvoeren en meer autonomie aan medeoverheden geven door een belasting op ongebouwde grond met een woonfunctie.

In nieuw te bestemmen gebieden gaat woningbouw boven de realisatie van windmolens en aanvullend op bestaande woningbouwlocaties en (lopende) woondeals moeten er nieuwe gebieden voor grootschalige woningbouw worden aangewezen.

Huur

Van nieuwbouw moet minimaal 30 procent gemiddeld sociale huur zijn en het wetsvoorstel Versterking regie volkshuisvesting wordt aangepast om gemeenten hier meer lokale ruimte te geven. Twee derde van de nieuw te bouwen woningen moet betaalbaar zijn voor middeninkomens.

Het bouwen van (private) huurwoningen wordt gestimuleerd door het verminderen van de regeldruk en waar mogelijk de belastingdruk. Hiervoor wordt de woonimpuls deels ingezet. Er komen bindende afspraken met woningbouwcorporaties, ook over middenhuur.

Koopwoningen en de hypotheekrenteaftrek

Het nieuwe kabinet is geen voorstander van een wijziging van de fiscale positie van de eigen woning, om onzekerheid op de woningmarkt tegen te gaan. De stijging van de gemeentelijke woonlasten (OZB) wordt gemaximeerd via afspraken met gemeentes en er wordt niet getornd aan de hypotheekrenteaftrek; het eigenwoningforfait blijft onveranderd.

In het akkoord staat verder dat 'onderzocht wordt of en onder welke strikte voorwaarden het recht van huurders van sociale huurwoningen (niet zijnde scheefwoners) op koop van hun huurwoning kan worden vorm gegeven (sociale koop).'